Basiscijfers perifeer arterieel vaatlijden
Y. Koop1,2, R.H. Wimmers1, M.L. Bots2, I. Vaartjes2
1 Hartstichting, Den Haag
2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht
| Absolute aantallen |
Gem. lft | 0-44 | 45-54 | 55-74 | 75-84 | ≥85 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Sterfte† | Mannen | 178 | 78 | 49a | 76 | 53 | ||
| Vrouwen | 193 | 83 | 28a | 63 | 102 | |||
| Totaal | 371 | 81 | 77a | 139 | 155 | |||
| Ziekenhuisopnamen± | Mannen | 1.891 | 71 | 18 | 114 | 1.089 | 541 | 129 |
| Vrouwen | 1.110 | 73 | 15 | 51 | 538 | 369 | 137 | |
| Totaal | 3.001 | 72 | 33 | 165 | 1.627 | 910 | 266 | |
| Dagopnamen± | Mannen | 1.147 | 68 | 143a | 701 | 271 | 32 | |
| Vrouwen | 760 | 71 | 65a | 414 | 212 | 69 | ||
| Totaal | 1.907 | 69 | 208a | 1.115 | 483 | 101 | ||
| Gemiddeld aantal dagen |
0-44 | 45-54 | 55-74 | 75-84 | ≥85 | |||
| Gemiddeld aantal ligdagen in het ziekenhuis± | Mannen | 4 | 4 | 4 | 4 | 5 | 5 | |
| Vrouwen | 4 | 2 | 5 | 3 | 5 | 6 | ||
| Totaal | 4 | 3 | 4 | 4 | 5 | 6 | ||
| Prognose na eerste ziekenhuisopname†/± | Percentage | <75 | 75-84 | ≥85 | ||||
| 30-dagen sterfte | Mannen | 2,4% | 1,3% | 3,6% | 16,1% | |||
| Vrouwen | 3,7% | 1,1% | 5,4% | 15,2% | ||||
| Totaal | 2,9% | 1,2% | 4,4% | 15,5% | ||||
| 1-jaar sterfte | Mannen | 10,5% | 5,7% | 20,3% | 48,4% | |||
| Vrouwen | 12,4% | 5,5% | 17,1% | 42,4% | ||||
| Totaal | 11,3% | 5,6% | 18,8% | 44,6% | ||||
| 5-jaar sterfte | Mannen | 29,6% | 19,9% | 54,7% | 83,9% | |||
| Vrouwen | 30,3% | 17,4% | 40,8% | 82,4% | ||||
| Totaal | 29,9% | 18,9% | 48,4% | 82,9% | ||||
aVanwege privacy redenen zijn de leeftijdscategorieën 0-44 en 45-54 samengevoegd voor dagopnamen en 0-44, 45-54 en 55-74 jaar voor sterfte
† Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek: ICD-10 codes I73.9, ICD-9 codes 443.9
± Op basis van gegevens van Dutch Hospital Data: ICD-10 codes I73.9, ICD-9 codes 443.9. Let op, deze cijfers gaan over het aantal opnames, niet het aantal individuele patiënten
Sterfte
In 2020 was het aandeel van perifeer vaatlijden aan de totale hart- en vaatziekten sterfte 1% voor mannen en voor vrouwen. Er zijn in 2020 178 mannen overleden aan perifeer vaatlijden en 193 vrouwen. Tot de leeftijd van 85 jaar overlijden er meer mannen dan vrouwen aan perifeer vaatlijden, vanaf 85 jaar overlijden er meer vrouwen. In deze leeftijdsgroep is het absolute aantal vrouwen ook hoger dan het aantal mannen. De gemiddelde leeftijd van overlijden aan is 78 jaar bij mannen en 83 jaar bij vrouwen.
Absolute sterfte aan perifeer vaatlijden nam in de periode 1980-2020 toe, deze stijging is het sterkt vanaf 2010. Deze stijging is voor mannen en vrouwen vergelijkbaar.
Ziekenhuisopnamen
In 2020 vonden er 3.001 ziekenhuisopnamen wegens perifeer vaatlijden plaats, waarvan 1.891 opnamen van mannen en 1.110 van vrouwen. Dit zijn 5 opnamen per dag voor mannen en 3 opnamen per dag voor vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij een ziekenhuisopname vanwege perifeer vaatlijden was 71 jaar bij mannen en 73 jaar bij vrouwen. In 2020 staan er 9 observaties vanwege perifeer vaatlijden geregistreerd (0.04% van alle observaties), waarvan 8 observaties voor vrouwen en 1 voor mannen. Het gemiddelde aantal ligdagen voor perifeer vaatlijden is voor zowel mannen en vrouwen gelijk, namelijk 4 dagen. Zowel de 30-dagen, als de 1- en 5-jaar sterfte is voor vrouwen hoger dan bij mannen.
In de periode 1980 tot 2020 is het aantal ziekenhuisopnamen voor perifeer vaatlijden gedaald. Deze daling is sterker zodra het aantal ziekenhuisopnamen wordt gecorrigeerd voor de bevolkingsopbouw. De daling is het sterkst voor mannen met 69%, voor vrouwen is de daling 35%.
