Jaarcijfers coronairlijden
Inleiding
In dit hoofdstuk worden jaarcijfers voor coronaire bypassoperaties (CABG) en Percutane Coronaire Interventies (PCI), met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd. Dit betreft de gegevens t/m 2022, afkomstig uit de Nederlandse Hart Registratie (NHR). Hierin verzamelen centra in de registraties Cardiochirurgie en PCI informatie over de zorg voor patiënten met coronairlijden.
Methode
Voor CABG en PCI zijn binnen de NHR sinds 1995 gegevens beschikbaar. Sinds 2007 geldt er een landelijke verplichting voor het registreren van cardiochirurgische interventies in Nederland. Vanaf interventiejaar 2015 is er een landelijke dekking van alle uitgevoerde PCI’s in Nederland. Alle 29 Nederlandse hart- en dottercentra nemen deel aan het Value-Based Healthcare (VBHC)-programma van de NHR. Zij publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.
De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.
Resultaten
CABG
Voor de geïsoleerde CABG’s wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een geïsoleerde CABG hebben ondergaan.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Chronische longziekte | 9,9% | 10,4% | 10,6% | 9,8% | 9,0% | 8,6% | 9,1% | 8,1% | 8,5% | 7,3% |
Diabetes mellitus | 25,6% | 24,9% | 26,0% | 26,8% | 25,7% | 25,1% | 28,6% | 28,2% | 27,9% | 26,5% |
Eerdere cardiochirurgie | 2,7% | 1,9% | 1,7% | 1,8% | 1,4% | 1,5% | 1,1% | 1,4% | 1,7% | 1,3% |
Geslacht (man) | 79,3% | 79,6% | 80,6% | 79,9% | 81,3% | 81,6% | 81,3% | 81,6% | 81,5% | 82,2% |
Leeftijd (≥ 75 jaar) | 21,8% | 21,2% | 21,9% | 21,3% | 22,2% | 21,9% | 21,0% | 20,9% | 21,1% | 21,6% |
Linkerventrikelfunctie (< 30%) | 3,8% | 3,0% | 3,1% | 3,6% | 3,4% | 3,2% | 3,4% | 3,9% | 3,6% | 3,6% |
Logistische EuroSCORE I (hoog > 19,5%) | 4,1% | 3,6% | 3,2% | 2,9% | 2,9% | 2,7% | 2,5% | 3,0% | 3,0% | 2,3% |
Logistische EuroSCORE II (hoog > 9,5%) | - | - | 2,7% | 2,5% | 2,3% | 2,5% | 2,1% | 2,3% | 2,6% | 2,3% |
Meervatslijden | 88,2% | 89,0% | 92,0% | 92,9% | 91,9% | 88,9% | 91,7% | 91,9% | 90,2% | 87,5% |
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) | 20,1% | 20,9% | 20,1% | 22,2% | 22,1% | 22,6% | 21,5% | 19,7% | 18,2% | 18,2% |
Urgentie van de procedure (acuut) | 6,9% | 6,5% | 6,0% | 6,5% | 6,1% | 5,4% | 5,2% | 6,1% | 7,0% | 5,8% |
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
30-daagse mortaliteit inclusief ziekenhuismortaliteit | 1,2% | 1,3% | 1,3% | 1,4% | 1,3% | 1,4% | 1,0% | 1,3% | 1,6% | 1,0% |
120-daagse mortaliteit | 1,7% | 1,7% | 2,0% | 2,0% | 1,8% | 2,1% | 1,4% | 2,0% | 2,1% | 1,5% |
1-jaars mortaliteit | 2,6% | 2,5% | 2,8% | 2,8% | 2,6% | 2,9% | 2,6% | 2,9% | 2,8% | - |
CVA met restletsel tijdens opname | 0,5% | 0,7% | 0,7% | 0,7% | 0,8% | 0,7% | 0,7% | 0,6% | 0,6% | 0,4% |
Diepe sternumwondinfectie binnen 30 dagen | 0,9% | 0,9% | 0,8% | 1,1% | 0,9% | 1,1% | 1,1% | 0,9% | 0,9% | 0,7% |
Reïnterventie t.g.v. complicatie binnen 30 dagen¹ | 4,8% | 3,8% | 3,8% | 3,8% | 4,0% | 4,5% | 4,6% | 4,4% | 5,4% | 5,7% |
¹Vanaf Q3 2022 worden ook puncties geïncludeerd in de uitkomst "Reïnterventies t.g.v. complicatie binnen 30 dagen". Voor de volledige definitie zie NHR Handboek.
De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.
Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een geïsoleerde CABG hebben ondergaan.
PCI
Voor de PCI’s wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2015 een PCI hebben ondergaan.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cardiogene shock | 2,7% | 2,4% | 2,1% | 2,5% | 2,6% | 3,0% | 3,1% | 3,4% |
Chronische totale occlusie | 6,0% | 5,9% | 6,4% | 6,7% | 6,3% | 5,6% | 5,0% | 5,1% |
Diabetes mellitus | 21,3% | 21,5% | 22,1% | 21,9% | 22,8% | 22,2% | 22,9% | 21,9% |
Eerdere CABG | 10,6% | 10,0% | 10,2% | 9,3% | 9,3% | 9,4% | 8,3% | 7,7% |
Eerder myocardinfarct | 25,8% | 24,6% | 27,5% | 25,9% | 27,0% | 28,8% | 28,7% | 27,7% |
Geslacht (man) | 72,7% | 72,0% | 72,3% | 72,7% | 72,9% | 73,0% | 73,1% | 73,0% |
Indicatie PCI (STEMI) | 30,8% | 30,6% | 27,3% | 26,4% | 26,1% | 28,5% | 28,4% | 28,6% |
(non-STEMI) | 33,1% | 32,3% | 32,4% | 31,5% | 32,7% | 34,1% | 32,3% | 31,0% |
Leeftijd (≥ 80 jaar) | 12,2% | 12,4% | 13,1% | 13,7% | 13,9% | 14,0% | 14,2% | 14,2% |
Linkerventrikelfunctie (< 30%)¹ | 7,0% | 7,5% | 5,6% | 7,1% | 4,9% | 6,6% | 5,9% | 4,9% |
Meervatslijden | 48,4% | 47,2% | 47,8% | 47,8% | 53,2% | 56,4% | 55,0% | 56,2% |
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) | 21,9% | 23,0% | 23,5% | 23,8% | 24,1% | 23,0% | 23,2% | 23,5% |
Out of hospital cardiac arrest | 3,8% | 3,5% | 2,9% | 3,3% | 3,2% | 3,2% | 3,2% | 3,4% |
¹Linkerventrikelfunctie: patiënten met PCI indicatie STEMI en non-STEMI zijn uitgesloten.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
30-daagse mortaliteit | 2,6% | 2,6% | 2,5% | 2,6% | 2,4% | 2,7% | 2,7% | 2,5% |
electief | 0,6% | 0,7% | 0,5% | 0,8% | 0,6% | 0,7% | 0,7% | 0,7% |
non-STEMI | 1,9% | 2,0% | 1,9% | 1,9% | 1,9% | 1,9% | 1,7% | 1,8% |
STEMI | 6,1% | 6,1% | 6,1% | 6,2% | 6,0% | 6,3% | 6,5% | 5,9% |
1-jaars mortaliteit | 5,6% | 5,5% | 5,6% | 5,6% | 5,4% | 6,1% | 5,9% | - |
electief | 3,2% | 3,4% | 3,5% | 3,7% | 3,5% | 3,9% | 3,7% | - |
non-STEMI | 5,6% | 5,4% | 5,5% | 5,6% | 5,6% | 5,8% | 5,6% | - |
STEMI | 8,7% | 8,4% | 8,9% | 8,7% | 8,4% | 9,3% | 9,2% | - |
Urgente CABG | 0,3% | 0,3% | 0,2% | 0,1% | 0,2% | 0,2% | 0,2% | 0,1% |
Optreden van myocardinfarct binnen 30 dagen | 0,9% | 0,7% | 0,6% | 0,7% | 0,7% | 0,7% | 0,7% | 0,7% |
Optreden van TVR binnen 1 jaar | 7,0% | 6,3% | 6,7% | 6,4% | 6,9% | 6,6% | 6,0% | - |
Optreden van TVR (excl. staged procedures) binnen 1 jaar | - | - | - | - | 4,0% | 3,7% | 3,4% | - |
Optreden van TLR binnen 1 jaar | - | - | - | - | 3,0% | 2,8% | 2,8% | - |
De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.
Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een PCI hebben ondergaan.
Discussie
CABG
Het aantal uitgevoerde geïsoleerde CABG’s is de afgelopen jaren afgenomen (van 7.929 in 2013 naar 6.325 in 2022). Deze trend is niet alleen zichbaar voor geïsoleerde CABG's, maar ook voor gecombineerde ingrepen. Mogelijk zijn er in de afgelopen jaren minder ingrepen uitgevoerd als gevolg van de coronapandemie (6.542 in 2020 en 6.181 in 2021, ten opzichte van 7.383 ingrepen in 2019). De meeste van de karakteristieken van de patiënten die een geïsoleerde CABG ondergingen zijn relatief stabiel gebleven over de afgelopen periode. Het hogere percentage urgente ingrepen in 2021 kan mogelijk verklaard worden door de gevolgen van de coronapandemie.
Ook de uitkomsten, zowel ruw als risicogecorrigeerd, zijn stabiel gebleven. Hierin zijn geen significante wijzigingen waar te nemen. In de jaren 2020 en 2021, ten tijde van de pandemie, is er geen significante toename in mortaliteit waarneembaar. Meer dan de helft van alle patiënten rapporteert één jaar na de interventie een betere kwaliteit van leven, zowel fysieke als psychische gezondheid, dan daarvoor. De grootste winst lijkt te zitten op het gebied van de fysieke gezondheid.
PCI
De dalende trend in het aantal uitgevoerde PCI’s, zoals gezien sinds 2019, wordt in 2022 verder voortgezet (van 40.707 naar 37.679). De meeste patiëntkarakteristieken zijn in de periode 2015-2022 stabiel gebleven. Er is een dalende trend van het aantal patiënten dat een PCI ondergaat met een CABG in de voorgeschiedenis.
Ook in de uitkomsten zijn geen belangrijke veranderingen waar te nemen en is er sprake van een stabiele mortaliteit in alle onderzochte groepen. Overigens is er een dalende trend in percentage patiënten dat een nieuwe PCI of CABG moet ondergaan in verband met TVR (TVR = target vessel revascularisatie). De kwaliteit van leven uitkomsten zijn vergelijkbaar met de uitkomsten bij patiënten die een CABG ondergaan. Opvallend is dat een deel van de respondenten (rond de 20%) een daling rapporteert van de kwaliteit van leven na de ingreep. In een samenwerking tussen de NHR en de Harteraad wordt kwaliteit van leven na een cardiovasculaire ingreep nader onderzocht. Klik hier om meer over dit onderzoek te lezen.